Situatieschets

Duurzaamheid betekent dat we nu keuzes maken die passen bij de wensen van vandaag, maar deze keuzes moeten geen problemen geven voor toekomstige generaties. Dat vergt een aantal aanpassingen in ons denken en handelen.

Subsidie duurzaamheid

Voor onze gemeente is het energieloket het loket om subsidies aan te vragen maar ook om meer informatie te krijgen over bijvoorbeeld het verduurzamen van de woning. Op de pagina duurzaamheid van de gemeente is alle informatie terug te lezen. 

Energieneutraal

Ons hoofddoel is energieneutraal zijn in 2050. Wij willen dan evenveel energie duurzaam opwekken als wij gebruiken in de gemeente. En dat alle energie die inwoners en bedrijven in de gemeente gebruiken, duurzaam is. Dit gebeurt niet in een keer, maar stap voor stap. Dit is veel werk en we moeten snelheid blijven maken om dit te halen. Dit willen we doen met de inwoners, bedrijven en partners. Samen verduurzamen we onze gemeente.
De eerste stap is het huidig energieverbruik drastisch te verminderen. Dat kan met het isoleren van onze woningen, kantoren en bedrijfspanden bijvoorbeeld en het inzetten van energiezuinige en efficiënte apparaten. We kunnen allemaal direct beginnen met bewust kijken naar ons huidig energieverbruik om verspilling tegen te gaan

Energieakkoord

Naast onze ambitie is er ook het landelijke Energieakkoord. Het Energieakkoord houdt afspraken in dat we in 2030 50% energie besparen (ten opzichte van 2013). Dat is een flinke opgave. In 2020 hebben we 45% energie bespaard ten opzichte van 2013. Om die 50% te halen moeten we nog grote stappen zetten. Door alleen ledverlichting toe te passen redden we dat niet. 

Ook moesten we in 2020 40% slimme verlichting en 40% energiezuinige verlichting hebben staan. Dat is gelukt. We hebben zelfs 55% slimme verlichting (2020) en 35% is led. Daarnaast hebben we ook nog andere energiezuinige verlichting staan zodat we de doelstelling van 40% hebben gerealiseerd.
De openbare verlichting beslaat ongeveer 35% van het energieverbruik van de gemeente. Een energiezuinige openbare verlichting levert dus een aanzienlijke bijdrage aan het beperken van de energievraag.  
 

Gelders Energie Akkoord

In het Gelders Energie Akkoord GEA(2014) is afgesproken dat we in 2030 55% minder CO2 uitstoten  (ten opzichte van 2013) en in 2050 klimaatneutraal zijn. 

Niet verlichten, tenzij

‘Niet verlichten, tenzij’ houdt in dat we uitgaan van geen verlichting. Daar waar de verkeersveiligheid in gevaar kan komen bij een nieuwe situatie (nieuw ontwerp of bij een reconstructie), kijken we eerst of we een aanpassing aan het wegontwerp kunnen doen. Kan dat niet, dan kijken we naar alternatieven. Ook als we gaan vervangen kijken we eerst naar alternatieven. Dat kan passieve markering zijn zoals wegdekreflectoren (kattenogen) of reflectie in de vorm van reflecterende belijning.  Lukt het niet met passieve markering, dan kunnen we ook actieve markering toepassen. Bijvoorbeeld ledlampjes in de as van de weg. Deze kunnen gevoed worden door middel van stroom of zonne-energie.

Pas wanneer alternatieven niet de gewenste oplossing kunnen bieden, wordt verlichting geplaatst die zo duurzaam en energiebesparend mogelijk is en de minste lichthinder veroorzaakt. We verlichten ten tijde van het gebruik, na de spits dimmen we het licht (gaat het minder fel branden) en waar dat kan gaat het in de nacht uit.

Ledverlichting

Sinds een aantal jaren zijn er voor de openbare verlichting ledlampen. Voor verlichting in huizen is de led al meerdere jaren op de markt. Leds zijn kleine puntbronnen die veel en efficiënt licht geven. 

Led kun je goed dimmen en geeft direct het volle vermogen. Het is heel gericht licht, waardoor het soms op straat lijkt of het minder licht geeft. Terwijl het juist meer licht op straat geeft dan bij de oude verlichting. Soms zie je geen licht als je de straat in kijkt terwijl het er wel is. Dat komt omdat de andere, oudere, lichtbronnen meer strooilicht, geven. De voortuinen en gevels van huizen werden dan vaak ook verlicht. Veel mensen vinden dat hinderlijk. Door de ledverlichting is het licht meer gericht, waardoor gevels van huizen niet meer verlicht worden. 

Leds zijn in verschillende kleuren verkrijgbaar. Hoe blauwer het licht, hoe energiezuiniger en efficiënter het licht is. Door het toepassen van ledverlichting neemt het energieverbruik af, maar ook de onderhoudskosten nemen sterk af. Een ledlamp kan lang meegaan (circa 20-25 jaar), terwijl de andere lampen tussen de drie en acht jaar mee gaan (bijvoorbeeld sox of pll lampen). 
We hebben de afgelopen jaren al heel veel voorzien van ledverlichting. Inmiddels is (stand zomer 2020) circa 35% van ons areaal openbare verlichting voorzien van led.
 

Beperken van lichthinder voor flora en fauna

Een overdaad aan kunstlicht in de nacht kan een bedreiging zijn voor de biodiversiteit in de natuur. Het verstoort het leven van planten en dieren. 
Gevolgen van deze verstoring kunnen onder meer zijn: verandering van de leefkwaliteit, ontregeling van biologische ritmes, desoriëntatie en aantrekking door licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten). 

Het donkere, nachtelijke leven is voor het in stand houden van soorten en ecosystemen even belangrijk als het leven overdag. De bescherming van de duisternis en het donkere landschap valt onder de Wet Milieubeheer/Activiteitenbesluit en onder de zorgplicht. 

Circulaire economie

Doordat de wereldbevolking en welvaart toeneemt, is het steeds belangrijker om efficiënt om te gaan met grondstoffen. Dan belasten we het milieu minder en ontstaat er geen tekort aan materialen.

Nu maken we, gebruiken we en gooien we weer weg. Dit noemen we een lineaire economie. Het tegenovergestelde is een circulaire economie. Daarbij onttrekken we de grondstoffen maar één keer aan de omgeving om ze daarna steeds opnieuw te gebruiken. Afval bestaat in de circulaire economie dus niet meer. De natuur is van zichzelf al circulair.

Levenscyclus van een kikker. Deze blijft steeds terugkomen en er hoeft niet iets voor vernietigd te worden.

We stimuleren dat grondstoffen opnieuw gebruikt worden. Ook daarvoor hebben we onze inwoners en ondernemers nodig. Door met elkaar in gesprek te gaan kunnen we stappen zetten. Welke materialen zijn zo duurzaam mogelijk, gegeven de situatie en markt. Daarbij kijken we naar de hele cyclus van winning, productie, gebruik, verwijderen en hergebruik van materialen.

Een volgende stap kan zijn die van een leven zonder bezit. We kopen als gemeente dan geen lantaarnpaal meer, maar licht of eigenlijk nog beter, een veiligheidsgevoel. 
 

Zo doen we het voortaan

  • We gebruiken energiezuinige en efficiënte lichtbronnen.
  • We dimmen na de spits. 
  • We doen vaker het licht uit waar dat mogelijk is.
  • We gebruiken alternatieven zoals kattenogen, belijning, markering, reflectie.
  • We wekken zelf 20% duurzame energie op. Groene stroom inkopen.
  • We voorkomen zoveel mogelijk onnodige lichthinder en lichtvervuiling. 
  • Nieuwe materialen zijn zo duurzaam mogelijk en energiezuinig gemaakt (minimale CO2 uitstoot). Dit laatste is afhankelijk van het aanbod van leveranciers.
  • We blijven doorgaan met het verder verduurzamen van de openbare verlichting en kijken bewuster naar waar wel en waar geen verlichting nodig is. Per situatie kijken we wat de beste oplossing is die past in de omgeving, binnen het budget en de fase van de techniek. We volgen nieuwe technieken, maar hebben niet de ambitie om koploper te zijn.
  • De keuzes die we maken moeten passen in een circulaire economie. We willen dat we nieuwe producten in de toekomst opnieuw kunnen gebruiken. 

Wat vragen we

We stimuleren anderen om hetzelfde te doen: bewust om te gaan met verlichting om energieverspilling te voorkomen (uitzetten waar het kan, inzetten van sensors en gebruik te maken van duurzame, energiezuinige en efficiënte lichtbronnen).