Alle videobestanden die vanaf 23 september 2020 op een digitaal overheidskanaal worden geplaatst moeten voor iedereen toegankelijk zijn - met uitzondering van live-video. Contentmakers moeten aan elke video alternatieven toevoegen zodat ook mensen met een beperking de video kunnen volgen.

Waarom moet dat?

Iemand die blind is, mist de informatie die met bewegende beelden wordt aangeboden. Iemand die doof is mist auditieve informatie. Deze groepen moeten dus alternatieve informatie krijgen.

Waar moet ik aan denken?

  1. Zorg bij elk audiovisueel bestand voor een goed tekstueel alternatief: audiodescriptie en ondertiteling. Een audiodescriptie geeft voor blinden en slechtzienden een beschrijving van wat er op de video te zien is. Ondertiteling geeft de gesproken tekst visueel weer, aangevuld met relevante informatie over andere geluiden (zoals muziek, gejuich of een toeter). Audiodescriptie en ondertiteling zijn bij korte video's eenvoudig te realiseren. Bij een lang videoverslag is een beknopt tekstverslag gebruiksvriendelijker.
  2. Voorkom lichtflitsen en afleidend achtergrondgeluid in de video.
    Lichtflitsen kunnen epileptische aanvallen veroorzaken; te veel achtergrondgeluid is storend voor mensen met gehoorproblemen. 

Een videobestand pas doorzoekbaar voor Google en andere zoekmachines als er audiodescriptie en ondertiteling aan is toegevoegd.

Op de webpagina van Logius(externe link) leest u wat er verplicht is onder de huidige en de toekomstige wet, en welke uitzonderingen er gelden.